Al vanaf de 6e eeuw v.Chr. breidde het Romeinse Rijk zich uit over een groot deel van Europa. Het Rijk bereikte rond 12 v.Chr. ons land. Ondanks dat de Romeinse grens halverwege Nederland liep, werden ook noordelijke stammen en nederzettingen beïnvloed door de aanwezigheid van de Romeinen. Uiteindelijk heerste er crisissen in het centrum van het Romeinse Rijk, waardoor de Romeinse troepen de noordelijke gebieden verlieten en deze werden overgenomen door de Franken. De Romeinse tijd in Nederland stopt rond 450 n.Chr.
De Romeinse Baadster (Herwen/Tolkamer)
Bij recreatieplas De Bijland bij Herwen-Tolkamer staat een imposant kunstwerk van een badende dame; de Romeinse Baadster. Met de wisseling van de seizoenen gaat zij de interactie met het water aan.
In 2021 werd de Neder-Germaanse Limes toegevoegd aan de UNESCO Werelderfgoedlijst. De Bijland valt hier ook onder; hier heeft namelijk ooit een romeins castellum gestaan. De precieze locatie is tot op heden nog niet bekend, maar de gemeente Zevenaar wilde deze bijzondere locatie daarom graag zichtbaar maken. Dat is gelukt door het plaatsen van een kunstwerk, dat is ontworpen door Maree Blok en Bas Lugthart. Op 17 juni 2022 werd het kunstwerk na een romeinse ceremonie feestelijk onthuld. De Romeinse Baadster, die op verschillende manieren verbonden is met water, is 10 meter hoog. In de zomer staat zij droog op de oever van de plas, maar in het najaar en de winter stijgt het water en komt zij als een ware waternimf in het water te staan. Haar haar geeft de loop van de vroegere rivieren weer, die van groot belang waren voor de Romeinen. Het kunstwerk is lopend te bereiken vanaf de Puttmanskrib (Herwen) of vanaf Parkeerplaats De Bijland (Tolkamer). Informatie over het ontwerpproces vind je hier. De Romeinse Baadster in vogelvlucht vind je hier. |
Romeinse Muur (Woerden)
Langs de Oude Rijn bij Woerden is een kijkvenster geschilderd, waardoor de voorbijganger een blik kan werpen in het romeinse verleden van de stad.
Op het kunstwerk is o.a. te zien hoe in de Romeinse tijd dakpannen werden gemaakt en gebruikt. Op de achtergrond is ook het castellum Laur(i)um te zien. Het kunstwerk bevindt zich op een geluidswal tussen de Oude Rijn en de Pannebakkerijen, waar vandaag de dag nog altijd dakpannen worden geproduceerd. Het kunstwerk is te zien vanaf het Jaagpad. Het werd in 2014 gemaakt door kunstenares Iris Bekkers. |
Laur(i)um (Woerden)
Dankzij de Peutingerkaart weten we van het bestaan van Laur(i)um, dat wordt gelinkt aan het grensfort bij Woerden.
Op de Peutingerkaart staat tussen Fletione (Fletio; vermoedelijk Vleuten) en Nigropullo (Nigrum Pullum; Zwammerdam) 'Laurı' aangegeven. Door de 'i' zonder punt kan het zowel 'Laurium' als 'Laurum' betekenen. Het wordt geïdentificeerd met het deels opgegraven castellum in Woerden. Meer informatie over de Romeinen in Woerden vind je in het Stadsmuseum Woerden. Het kunstwerk, 'Laur_um' in gotische letters, werd in 2014 geplaatst. De plek van de eventuele 'i' is bewust leeggelaten. Het werd gemaakt door Niels Albers. Informatie over Stadsmuseum Woerden vind je hier. |
Romeinse Schoenen (Woerden)
Tussen Woerden en Harmelen kun je via de Limesbrug (onderdeel van de N198) de Oude Rijn over. Een kunstwerk verwijst hier naar het romeinse verleden van de omgeving.
Op twee van de brugpilaren wandelen romeinse schoenen de Oude Rijn over, richting Woerden. De keramische schoenen zijn gemaakt van klei uit een Woerdense sloot, afkomstig uit een afzetting van de Rijn die al eeuwen klei afzet. Waarschijnlijk is klei uit dezelfde afzetting ook door de Romeinen gebruikt. Het kunstwerk is gemaakt door Helmi Schellinger en Annelies van der Sman en staat er sinds 2014. |
Grenspaal 1 (Woerden)
Tussen Woerden en Wijk bij Duurstede staan 20 betonnen grenspalen. De palen staan langs de vermoedelijke loop van de Limes en zijn geplaatst in 1997, vanwege het 1950-jarig bestaan van de Limes.
Op elke grenspaal staat de afstand aangegeven van de beide castella waar de grenspaal zich tussen bevindt. In dit geval staat de grenspaal tussen Laur(i)um (Woerden) en Vleuten-De Meern. De afstanden zijn aangegeven in zowel kilometer als MP (Mille Passus of mijl). Echter is de Gallische leuga gebruikt, die in deze streek gebruikelijk was. Deze locatie, grenspaal 1, is de meest westelijke van de reeks. |
Carvium Novum (Lobith)
Aan de Eltenseweg tussen Lobith en Elten (D) staat een ionische zuil. De zuil staat nu nog vrij eenzaam in het landschap, maar hierachter zal het project Carvium Novum gerealiseerd worden.
Het 65 hectare grote gebied langs de Eltenseweg zal worden omgetoverd tot natuur- en speelpark Carvium Novum. De bedoeling van het park is om kinderen kennis te laten maken met de romeinse nederzettingsgeschiedenis. Op de planning staan een castellum en wachttorens (gebruikt als speeltoestellen) en restaurant, hotel en huisjes. In en om het gebied zullen wandel- en fietspaden komen. Op de locatie van de huidige recreatieplas De Bijland (Tolkamer in gemeente Zevenaar, naast Lobith) heeft in de Romeinse tijd mogelijk een castellum gelegen. Dit castellum staat niet aangegeven op romeinse literatuur zoals de Peutingerkaart. Maar er zijn ontzettend veel archeologische militaire voorwerpen op en rond deze locatie gevonden, wat doet vermoeden dat hier een castellum heeft gestaan. De ionische zuil is gemaakt door de Arnhemse kunstenaar Gert-Jan van Dunnewold. De site van Carvium Novum vind je hier. Informatie over Carvium Novum vind je hier. |
Plattegrond toekomstige Carvium Novum © Gemeente Rijnwaarden
|
Wachttoren 'De Spees' (Opheusden)
In de Betuwe, bovenop Fort De Spees, is een wachttoren gebouwd. De toren kijkt uit over de Nederrijn, die in de Romeinse tijd onderdeel was van de romeinse limes in Nederland.
De wachttoren is gebouwd op Fort De Spees, dat onderdeel was van de linie Ochten-de Spees. Deze linie werd aan het einde van de 18e eeuw aangelegd en was als het ware een uitbreiding van de Grebbelinie. De linie Ochten-de Spees werd vanaf de Grebbelinie in zuidelijke richting door de Neder-Betuwe aangelegd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de linie opgenomen in de Betuwestelling. De wachttoren werd in 2016 gebouwd in opdracht van de naastgelegen Camping De Linie. In de zomer is de toren te bezoeken en ben je er welkom voor koffie, thee en gebak. Vanaf de toren heb je een mooi uitzicht over de Nederrijn. Naast de wachttoren staat een groot informatiepaneel met informatie over de Romeinen in de Betuwe. Je kunt om de toren heenlopen en aan de achterkant enkele bunkers van Fort De Spees bekijken. Informatie over Camping De Linie vind je hier. Een Limes-fietsroute (50 km) door de Betuwe vind je hier. |
Grafsteen Marcus Mallius (Herwen) (ca. 0-50 n.Chr.)
Bij de aanleg van de recreatieplas De Bijland (Tolkamer-Herwen, gemeente Zevenaar) in 1938 is een romeinse grafsteen aangetroffen. De grafsteen dateert uit de eerste helft van de 1e eeuw en herdenkt de legioensoldaat Marcus Mallius.
Uit de tekst op deze grafsteen kon worden afgeleid dat hier in de Romeinse tijd de Dam van Drusus en het castellum Carvium hebben gelegen. Op de grafsteen staat de volgende tekst: Marcus Mallius, zoon van Marcus, uit het district Galeria, uit Genua. soldaat van het eerste legioen, uit de eenheid van Ruso, 35 jaar oud, met 16 dienstjaren, is te Carvium (Herwen) bij de dam begraven volgens zijn testament. Zijn twee erfgenamen hebben deze steen laten maken. Op de dijk tussen Herwen en De Bijland staat een reconstructie van de grafsteen. Het origineel is te zien in Museum Het Valkhof (Nijmegen). Informatie over museum Het Valkhof vind je hier. |
Foto originele grafsteen (rechts) © Museum Het Valkhof
|
Castellum Hoge Woerd (Utrecht) (CA. 0-260 N.CHR.)
Op dezelfde locatie als waar het oorspronkelijke castellum in De Meern lag, is in de 21e eeuw met een moderne interpretatie een geheel nieuw castellum gebouwd. Dit staat bekend als Castellum Hoge Woerd.
Castellum Hoge Woerd is op de exacte locatie van het oorspronkelijke castellum gebouwd, en heeft dezelfde lengte, breedte en hoogte. Naast het castellum zijn de contouren van het voormalige badhuis te zien en aan het begin van de romeinse weg staat de reconstructie van een wachttoren. Het eigentijdse castellum biedt ruimte aan een archeologisch museum (Museum Hoge Woerd), een podium (Podium Hoge Woerd), een café (Castellumcafé) en een centrum voor natuur- en milieueducatie (Steede Hoge Woerd). Museum Hoge Woerd vertelt over het (romeinse) verleden van de locatie en heeft vele archeologische vondsten tentoongesteld, waaronder een romeins binnenvaartschip (De Meern 1). Moderne gadgets en technieken nodigen uit om zelf op onderzoek uit te gaan in dit museum. Daarnaast zit er een ArcheoHotspot in het museum gehuisvest. Castellum Hoge Woerd, dat sinds 2015 geopend is, werd ontworpen door Skets Architectuurstudio. Informatie over Castellum Hoge Woerd vind je hier. |
CASTELLUM HOGE WOERD: Badhuis (Utrecht) (CA. 0-260 N.CHR.)
Naast de noordpoort van Castellum Hoge Woerd is de ligging van het voormalige badhuis gemarkeerd.
Het badhuis werd in 1940 deels opgegraven, maar door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd de opgraving weer afgedekt. Hierdoor ging de locatie van het badhuis verloren, totdat deze werd herontdekt in 2006 (door grondradar). Het is, zover we weten, de enige complete plattegrond van een badhuis langs de Nederlandse limes. Het badhuis had een kleedruimte, een koud-, lauw- en warmwaterbad en zijruimtes voor kleine zwemkuipen en stookinstallaties. De funderingen van het badhuis zijn gevisualiseerd door perken met siergras binnen stalen banden met LED-licht. Informatie over Castellum Hoge Woerd vind je hier. |
Luchtfoto © Google Maps
|
CASTELLUM HOGE WOERD: Wachttoren (Utrecht) (CA. 40-260 N.CHR.)
Vanaf de rotonde ten noorden van Castellum Hoge Woerd loopt een romeinse weg naar de ingang van het bouwwerk. Aan het begin van deze weg staat de reconstructie van een romeinse wachttoren.
Tussen de forten langs de limes hebben wachttorens gestaan. Romeinse soldaten konden vanuit deze degelijke torens de grens in de gaten houden. In 2002 werd zo'n wachttoren, in bijzonder goede conditie, opgegraven in de wijk Vleuterweide (Utrecht). In 2003 werden in Leidsche Rijn nog twee wachttorens gevonden. Op de originele plaatsen van de wachttorens in Vleuterweide, De Balije en 't Zand zijn stalen platen in de grond aangebracht. Op de plek van de oorspronkelijke hoekpalen schijnt 's avonds licht omhoog, dat meekleurt met de weersomstandigheden. De reconstructie van de wachttoren is in 2013 gebouwd door Stichting Bouwloods Utrecht en is gebaseerd op de wachttoren gevonden in Vleuterweide. Informatie over Castellum Hoge Woerd vind je hier. |
CASTELLUM Fectio & Vicus (Bunnik) (CA. 4/5-275 N.CHR.)
Naast het Fort bij Vechten (Bunnik), dat deel uitmaakt van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, ligt een nog veel ouder fort. Onder de grond liggen de restanten van Castellum Fectio.
Alle romeinse castella werden op strategische locaties langs de limes gebouwd. Fectio lag op enkele kilometers afstand van waar de Vecht zich aftakte van de Rijn. Daar had het fort aardig wat te verduren; het werd regelmatig verwoest en herbouwd. Dat herbouwen gebeurde eerst met hout, maar later werden de hoofdgebouwen en vestingmuren van tufsteen gemaakt. Uit archeologisch onderzoek blijkt dat Fectio tussen 270 en 275 n.Chr. in brand is gestoken en werd verlaten. Restanten van het castellum werden gebruikt bij de bouw van de eerste Utrechtse kerken. Het is niet zeker of het castellum bij Bunnik daadwerkelijk Fectio heette. Op de Peutingerkaart lijkt de afstand van het naburige castellum Laurium (Woerden) zich niet te verhouden tot Bunnik als Fectio. Het zou kunnen dat het castellum bij De Meern (zie Castellum Hoge Woerd) daadwerkelijk Fectio is, en dat het castellum bij Bunnik eigenlijk Fletione heette. Boven de ondergrondse restanten van het castellum zijn in 2016 de contouren van het fort zichtbaar gemaakt. Hierin zijn teksten, afbeeldingen en voorwerpen uit de Romeinse tijd verwerkt. Ook zijn de contouren van de naastgelegen vicus te zien. De oude limesweg is ook aangelegd; die loopt van het castellum naar het Fort bij Vechten, waarin zich het Waterliniemuseum bevindt. Ten zuidoosten van het castellum staat nog een wachttoren. Een filmpje over de aanleg van het castellum vind je hier. Informatie over het Waterliniemuseum vind je hier. |
Luchtfoto © Google Maps
|
CASTELLUM FECTIO: Wachttoren (Bunnik)
Net ten zuidoosten van Castellum Fectio, tussen het castellum en de dijk van Fort bij Vechten, staat een wachttoren.
Sinds 2004 staat naast de Marsdijk, die om het Fort bij Vechten loopt, een reconstructie van een wachttoren. De toren was voorheen binnen een bepaald openingsseizoen geopend voor publiek, maar is helaas sinds 2012 niet meer te bezoeken. Op deze plek heeft hoogstwaarschijnlijk in de Romeinse tijd geen wachttoren gestaan, omdat ca. 200 meter verderop een castellum lag. De wachttorens werden langs de limes geplaatst om de romeinse grens in de gaten te houden. Seizoensfoto's en foto's van de toren in aanbouw vind je hier. |
Castellum Fectio: Altaarsteen Viradecdis (Bunnik) (CA. 70-250 N.CHR.)
Vlak bij Castellum Fectio werd in de 19e eeuw een altaarsteen gevonden, gewijd aan de inheemse godin Viradecdis.
In 1829 begonnen de eerste opgravingen bij Fectio. In 1869, tijdens de bouw van het Fort bij Vechten (Nieuwe Hollandse Waterlinie), werden er ontzettend veel romeinse voorwerpen aangetroffen. Eén daarvan was deze "Steen van Vechten". De altaarsteen (wijsteen) is gemaakt uit kalksteen en is 84 cm hoog. Op de zijkant is de steen eenvoudig versierd met bomen. De achterkant is zwaar beschadigd, en ook op de voorkant mist een gedeelte van de Latijnse tekst. De originele steen is te zien in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. Op de altaarsteen staat de volgende tekst: Aan de godin Viradecdis hebben de burgers van Tongeren en de schippers die te Vechten wonen hun gelofte ingelost, gaarne en met reden. Er is weinig bekend over de inheemse godin Viradecdis. Ze werd vooral vereerd in de regio rond Luik (België). De nabij gelegen nederzetting Tongeren groeide in de Romeinse tijd uit tot een belangrijke stad. De altaarsteen werd geschonken door Tungrische schippers, die waarschijnlijk graan vervoerden voor de Romeinen. Informatie over het Rijksmuseum van Oudheden vind je hier. Informatie over het Gallo-Romeins Museum Tongeren vind je hier. |
Foto origineel (RMO) © René Voorburg
|
Godenpijler Noviomagus (Nijmegen) (CA. 10-17 N.CHR.)
In 1980 werd tijdens werkzaamheden aan het Kelfkensbos in Nijmegen een bijzondere set stenen gevonden. Ze zijn onderdeel geweest van een pilaar of godenpijler aan het begin van onze jaartelling.
De set stenen werden los van elkaar gevonden, maar bleken op elkaar te passen. Oorspronkelijk ging het om minstens vier blokken, die opgestapeld ruim 3,5 meter hoog zijn geweest. Andere stenen zijn helaas niet aangetroffen. Op de aanwezige blokken staan verschillende romeinse goden, zoals Apollo, Diana, Ceres en Victoria. Naast Victoria staat keizer Tiberius, met als opschrift TIBR CSAR ('Tib(e)r(ius) C(ae)sar'). De oorspronkelijke pijler is waarschijnlijk gemaakt gedurende de regeerperiode van keizer Tiberius (14-37 n.Chr.), met name de periode van het tweede decennium. De originele blokken zijn te zien in Museum Het Valkhof, gelegen op het Kelfkensbos. Op de locatie waar in 1980 de blokken werden gevonden, staat tegenwoordig een kunstwerk genaamd 'Noviomagus' (naar de benaming van de romeinse stad Nijmegen). Onderaan de pijler staat een bronzen replica van de set stenen, met daarbovenop een obelisk van zwart graniet. De godenpijler is 10 meter hoog en stelt een zonnenwijzer voor. Het is ontworpen en gemaakt door Rutger Fuchs en Ram Katzir en werd in december 2005 onthuld. Informatie over Museum Het Valkhof vind je hier. Een 3D-model van de godenpijler vind je hier. Archeoloog Titus Panhuysen schreef voor Museum Het Valkhof het boekje "De Romeinse godenpijler van Nijmegen". Een scan van het boekje download je hier. |
Collectiefoto © Museum Het Valkhof
|
Castellum Praetorium Agrippinae (Valkenburg ZH) (CA. 39/40-4e eeuw N.CHR.)
Op het Castellumplein, het centrum van Valkenburg (ZH), is in de bestrating de ligging aangegeven van het castellum dat hier heeft gestaan. De ommuring, torens en poorten zijn hierdoor weer zichtbaar in het straatbeeld.
Het fort werd tussen 1941 en 1953 grotendeels opgegraven door Van Giffen. Het heeft zeven bouwperioden gekend, waarvan bij de laatste drie (vanaf ca. 180 n.Chr.) steen werd gebruikt. Dit is een bijzonder Nederlands castellum, omdat we weten dat het tot in de Laat-Romeinse periode (4e eeuw) nog werd gebruikt. De meeste andere castella in ons land waren toen al verlaten. In de buurt van het castellum zijn ook restanten gevonden van een vicus, een grafveld en mogelijk een badhuis. In 2020 werd op het voormalige vliegveld Valkenburg een nog veel groter legerkamp (castrum) aangetroffen, dat ergens in de 1e eeuw n.Chr. is gebouwd. Het bood plek aan zo'n 5.000 soldaten, die waarschijnlijk rond 43 n.Chr. de Noordzee over vaarden om Engeland te veroveren. In 2005 zijn op het Castellumplein de contouren van het laatste castellum zichtbaar gemaakt. Op de ronde, bronzen markeringen staat een castellum afgebeeld; dit is dezelfde afbeelding als op de Peutingerkaart wordt gebruikt voor Praetorium Agrippinae. Voor de locatie van de toegangspoort is donker hardsteen gebruikt. Informatie over het Torenmuseum (Valkenburg) vind je hier. Een nieuwsfilmpje over het aangetroffen castrum vind je hier. |
Castellum Praetorium Agrippinae: Hekwerk (Valkenburg ZH)
Informatie over deze locatie volgt zo spoedig mogelijk
|
Foto's volgen zo spoedig mogelijk
|
Romeinse Weg (Valkenburg ZH) (CA. 214 N.CHR.)
Deze reconstructie is momenteel niet zichtbaar, i.v.m. de wegwerkzaamheden langs de N206. De mijlpaal is verplaatst en is nu te zien voor het Torenmuseum in Valkenburg (ZH). De informatieve archeokubus is bij het pondje (Veerpad) geplaatst en zal van nieuwe informatie worden voorzien. Het is niet bekend of de wegresten en de betonnen cipressen na afronding van de nieuwe weg opnieuw geplaatst zullen worden. (Update maart 2022)
In de buurt van het castellum in Valkenburg (ZH) is een deel van een romeinse weg nagemaakt.
In de jaren '80 werd langs Valkenburg de N206 aangelegd, die daar bekend staat als de Ingenieur G. Tjalmaweg. In 1984 werden daar de restanten van een romeinse weg aangetroffen. De weg dateert uit 214 n.Chr. Valkenburg (ZH) stond in de Romeinse tijd bekend als Praetorium Agrippinae. Behalve de weg zelf zijn er ook aan weerszijden van de N206 betonnen cipressen geplaatst. De Romeinen beschouwden cipressen als een heilige boom en zagen het als symbool voor eeuwig leven. Aan de noordzijde van de weg, aan de Torenvlietslaan, staat ook een romeinse mijlpaal. Deze replica is gebaseerd de mijlpaal die in 1500 in Monster of Naaldwijk is gevonden. Dit origineel is te zien in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. Bij de gereconstrueerde weg is ook een 'archeokubus' geplaatst; deze geeft informatie over de Romeinen in deze regio. Informatie over het Rijksmuseum van Oudheden vind je hier. Informatie over het Torenmuseum (Valkenburg) vind je hier. Een filmpje van Gemeente Katwijk over de weg vind je hier. Een filmpje over recent onderzoek (2020-2021) van het vervolg van de romeinse weg vind je hier. |
Collectiefoto © Rijksmuseum van Oudheden (RMO)
|
Park Matilo (Leiden) (CA. 47-275 N.CHR.)
Op de plek van het oorspronkelijke castellum Matilo is een archeologisch park aangelegd, genaamd Park Matilo.
Het oorspronkelijke fort, dat onder het park nog steeds in de bodem ligt, werd in 1976 uitgeroepen tot rijksmonument. Om toch iets zichtbaar te maken van het romeinse verleden van deze locatie, werd in 2013 het Park Matilo aangelegd. Op de exacte locatie van het oorspronkelijke castellum is nu een castellum-park zichtbaar. Als muren is een aarden omwalling aangelegd, waarop een rij van cipressen staat. Door het castellum loopt een bakstenen limesweg. Aan de buitenkant van de omwalling zijn grachtjes gegraven. Aan weerszijden van de drie poorten zijn wachttorens gebouwd, waarvan er enkelen toegankelijk zijn. Buiten het castellum laat het park het toenmalige Nederlandse moeraslandschap zien, met tientallen berkenbomen en een pad van boomstammen. Er is ook een stukje van het Kanaal van Corbula gereconstrueerd. Door Park Matilo staan verschillende informatieborden. Behalve het castellum zijn er ook historische tuinen te vinden: een romeinse tuin en een middeleeuwse kloostertuin geven inzicht van wat voor medicinale en eetbare planten er werden verbouwd. Informatie over Park Matilo vind je hier. |
PARK MATILO: Kanaal van Corbulo (Leiden) (CA. 50-270 N.CHR.)
Het Kanaal van Corbulo (Fossa Corbulonis) was een kanaal dat door de Romeinen werd gegraven in Zuid-Holland. Het verbond de mondingen van de Maas en de Rijn en maakte deel uit van de limes in Nederland.
Het kanaal begon vermoedelijk bij de monding van de Maas bij Naaldwijk, en kwam via Den Haag, Rijswijk, Voorburg (Forum Hadriani), Leidschendam en Voorschoten uit in de Rijn bij Leiden (Matilo). In 1996 werd tijdens archeologisch onderzoek in de Leidsche wijk Roomburg (waar het castellum Matilo heeft gestaan) de zuidelijke beschoeiing van het kanaal gevonden. In de kanaalbedding werd het bekende ruitermasker 'Gordon' opgegraven (te zien in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden). Informatie over Park Matilo vind je hier. Informatie over Rijksmuseum van Oudheden vind je hier. |
Castellum Nigrum Pullum (Zwammerdam) (CA. 47-275 N.CHR.)
Zorginstelling Ipse de Bruggen in Zwammerdam ligt op een wel heel bijzondere locatie; hier bevond zich namelijk castellum Nigrum Pullum. Het castellum is opnieuw zichtbaar gemaakt in een landschapspark.
Dit kleine fort werd ergens na 47 n.Chr. gebouwd, nadat de toenmalige Rijnloop onderdeel werd van de limes. Het fort is het kleinste bekende fort langs de Nederlandse limes en was bedoeld voor ongeveer 300 soldaten. Naast het castellum zijn een kleine vicus, tempel, klein badhuis en kadewerken teruggevonden. Nigrum Pullum wordt vertaald als 'zwarte aarde'; dit verwijst mogelijk naar de veenbodem en het veenriviertje de Meije dat hier uitkwam, omdat beide zwart gekleurd waren. Tussen 1968 en 1974 werd deze locatie archeologisch onderzocht in verband met de bouw van de zorginstelling (toen nog Hooge Burch). Hierbij werd niet alleen het castellum met de omliggende gebouwen gevonden, maar ook zes houten rivierschepen uit de Romeinse tijd. Deze schepen staan bekend als de Zwammerdamschepen. Er wordt momenteel gewerkt aan een Nationaal Romeins Scheepvaartmuseum (bij het Archeon in Alphen a/d Rijn) om de schepen te kunnen tentoonstellen. Informatie over Nigrum Pullum vind je hier. Informatie over de Zwammerdamschepen vind je hier. |
Luchtfoto © Google Maps
|
Het Gezicht van Nijmegen (ca. 50 n.Chr.)
Op het Nijmeegse eiland Veur-Lent staat een immense replica van een romeins gezichtsmasker. Het origineel werd 100 jaar eerder in de Waal gevonden.
Het originele masker werd rond 1915 tijdens baggerwerkzaamheden in de Waal gevonden. Het gaat om een romeinse ruiterhelm, daterend uit de tweede helft van de eerste eeuw na Christus. Het werd waarschijnlijk gedragen door een ruiter uit de Romeinse tijd. Het masker is gemaakt van ijzer, verzilverd en voor een deel verguld. De originele helm behoort tegenwoordig tot één van de topstukken van Museum Het Valkhof. De replica op Veur-Lent is zes meter hoog en is gemaakt door kunstenaar Andreas Hetfeld. Aan de achterkant van het masker bevindt zich een trap waardoor je uit de ogen van het masker vanuit het verre verleden naar het heden kunt kijken. Het kunstwerk werd op 8 april 2020 geplaatst. Informatie over Museum Het Valkhof vind je hier. Een 3D-model van het ruitermasker vind je hier. |
Collectiefoto © Museum Het Valkhof
|
Gallo-Romeinse Tempel (Elst) (ca. 100 n.Chr.)
Op de plek van de Grote of Sint Maartenskerk in Elst hebben twee Gallo-Romeinse tempels gestaan. De fundamenten zijn deels nog zichtbaar onder de kerk; de locatie van de tweede tempel is buiten de kerk zichtbaar gemaakt.
De eerste tempel werd rond 50 n.Chr. gebouwd. Buiten de kerk, aan de zuidkant, zijn de fundamenten van de tweede tempel uit ca. 100 n.Chr. zichtbaar gemaakt. Op deze locatie heeft een trap gezeten die uitkwam op een podium. Rondom liep een zuilengalerij en in het midden stond een cella, een ruimte waar een onbekende godheid werd vereerd. De tweede tempel werd tot in de 3e eeuw n.Chr. gebruikt en raakte daarna in verval. Later werd op deze plek in de 8e eeuw een christelijk kerkje gebouwd, dat in de loop der eeuwen verder werd uitgebreid en ook weer werd afgebroken. De huidige gotische kerk dateert uit de 15e eeuw. Tijdens archeologisch onderzoek na verwoestingen aan het einde van de Tweede Wereldoorlog werden de fundamenten van de voorgaande bouwwerken ontdekt. Informatie over Tempel Kerkmuseum Elst vind je hier. Een impressie van het Tempel Kerkmuseum Elst vind je hier. |
Foto model © Tempel Kerk Museum Elst
|
Tempelcomplex (Nijmegen) (ca. 100-200 n.Chr.)
Op enkele plaatsen in Nijmegen is het romeinse verleden opnieuw zichtbaar gemaakt. Zo ook op het Maasplein. De locatie van twee tempels en een stadsvilla zijn hier aangegeven door middel van contouren op de grond.
De twee tempels waren ieder aan een romeinse godheid gewijd. De ene aan Fortuna, de godin van de voorspoed, de andere aan Mercurius, de god van de handel. Op het Maasplein zelf zijn de contouren van de stadsvilla te zien. Beide tempels lagen iets oostelijker. Op de straten rond het Maasplein zijn de contouren van romeinse winkeltjes te zien. Op het Maasplein is ook een podium met vier zuilen nagebouwd. Zo hebben de ingangen van de tempels er waarschijnlijk uitgezien. Op het podium is een bronzen plaat met informatie bevestigd. Het tempelcomplex dateert uit 100 na Christus. Het heeft er gestaan totdat romeins Nijmegen rond 200 na Christus werd getroffen door rampspoed. |
Luchtfoto Maasplein © Google Maps
Digitale reconstructie © Spannende Geschiedenis |
Villa Urbana (Plasmolen) (ca. 100-250 n.Chr.)
In het Limburgse Plasmolen zijn restanten gevonden van de grootste Romeinse woning van Nederland. Deze restanten zijn aangegeven door middel van een kleinschalige reconstructie van de contouren van het bouwwerk.
In 1931 vond op de Sint Jansberg de eerste archeologische opgraving plaats onder leiding van W.C. Braat. Hierbij werden muurresten en vloeren gevonden. Een globale plattegrond gaf weer dat de villa ongeveer 20 x 83 meter groot moet zijn geweest. De villa van het type villa urbana was voorzien van luxe zoals vloerverwarming, badgebouw, verschillende vertrekken, muurschilderingen, mozaïekvloeren en terrasvormige tuin. De eigenaar is waarschijnlijk een hoge officier of magistraat geweest. De villa ligt ongeveer 2 kilometer bij Nijmegen vandaan. Nijmegen was een belangrijke stad in romeins Nederland. Tussen Cuijk en Middelaar zijn ook resten van een romeinse brug aangetroffen, die de oversteek over de Maas makkelijker maakte. Een digitale reconstructie van de villa kun je hier vinden. |
Digitale reconstructie © DLA+ Landschapsarchitecten
|
Mijlpaal van Monster (Valkenburg ZH) (162 N.CHR.)
In Valkenburg (Zuid-Holland), op het plein waar vroeger castellum Praeotirum Agrippinae stond, staat tegenwoordig de replica van de Mijlpaal van Monster.
Romeinen maakten vaak gebruik van mijlpalen langs hoofdwegen om afstanden naar nabijgelegen steden aan te geven. Daarnaast werd op dit soort palen vaak de huidige keizer geëerd. De Mijlpaal van Monster werd in 162 n.Chr. geplaatst, toen keizers Marcus Aurelius en Lucius Verus samen regeerden. Waarschijnlijk stond deze mijlpaal langs een weg naar Forum Hadriani (Voorburg). De paal is 2,05 meter hoog en de inscriptie is redelijk intact gebleven. Op de mijlpaal staat de volgende tekst: Aan keizer Marcus Aurelius Antonius, opperbevelhebber, opperpriester, voor de zestiende maal volkstribuun, voor de derde maal consul, en aan keizer Lucius Aurelius Verus, opperbevelhebber, voor de tweede maal volkstribuun, voor de tweede maal consul. Vanaf Municipium Aelium Cananefatium twaalf (zeven?) mijlen. De originele mijlpaal werd rond 1490 door monniken gevonden, waarschijnlijk in Naaldwijk (wat toen onder Monster viel). Na een ruil met een rijke zakenman kwam de mijlpaal bij een landhuis tussen Den Haag en Wassenaar te staan. Na het afbreken van dit landhuis in 1780 verhuisde de mijlpaal naar Huis Baak bij Zutphen. De baron van Huis Baak schonk de mijlpaal uiteindelijk in 1838 aan het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden, waar het nu te zien is in de vaste tentoonstelling. Deze replica, die sinds februari 2022 op het Castellumplein in Valkenburg (Zuid-Holland) staat, stond hiervoor jaren langs de N206. Bij opgravingen in de jaren '80 werden hier restanten van een romeinse weg aangetroffen (zie item Romeinse weg (Valkenburg ZH) ca. 214 n.Chr.). Om deze romeinse weg zichtbaar te maken, hebben hier betonnen cipressen gestaan. Behalve de mijlpaal stond hier ook een archeokubus met informatie over de opgravingen en romeins Valkenburg. Informatie over het Rijksmuseum van Oudheden vind je hier. Informatie over het Torenmuseum Valkenburg vind je hier. |
Collectiefoto © Rijksmuseum van Oudheden (RMO)
|
Marskamp (Ermelo) (CA. 170 N.CHR.)
De limes liep in Nederland langs de voormalige loop van de Rijn. Alles binnen deze grens (in Nederland ten zuiden van de grens) behoorde tot het Romeinse Rijk. Aan deze kant van de limes stonden de forten en wachttorens. Maar op de Ermelosche Hei, ten noorden van de limes, ligt een marskamp.
Rond 170 n.Chr. hebben zo'n 6.000 romeinse soldaten hier een 9,1 hectare groot kampement aangelegd. Het werd omringd door een aarden wal (vallum) van bijna één meter hoog en een gracht (fossa) van 1,5 meter diep. Het kamp ligt één tot twee dagmarsen van de destijdse limes-grens vandaan. Wat het legioen hier precies kwam doen is niet bekend, maar mogelijk waren ze onderweg op expeditie tegen de noordelijke Chamaven. De soldaten hebben waarschijnlijk maar enkele nachten in het kamp doorgebracht. De bijna 1.300 meter lange wal is deels gereconstrueerd om beter zichtbaar te zijn. Bij één van de waldoorgangen is een betonnen Romein geplaatst, met zijn marsuitrusting op de rug. Bij deze doorgang zijn ook een infobord, bronzen plattegrond, AudioNetic (trappaal met audio) en AudioSense (zwengelkast met audio) geplaatst. Museum Het Pakhuis (Ermelo) geeft meer archeologische informatie over de Romeinen in het marskamp, maar ook over de vele grafheuvels in de omgeving. Wil je nog meer weten over de Romeinen in Nederland? Bezoek dan Museum Het Valkhof in Nijmegen. Informatie over Museum Het Pakhuis (Ermelo) vind je hier. Informatie over Museum Het Valkhof (Nijmegen) vind je hier. |
Luchtfoto © Rijkswaterstaat
|
Ruitershelm (Bodegraven) (CA. 175-225 N.CHR.)
In 1937 werd in het nabijgelegen zandwingebied Put van Broekhoven een Romeinse helm gevonden. Nu staat er een replica van dezelfde helm, een verwijzing naar het Romeinse verleden van Bodegraven.
De originele ruiterhelm is gemaakt van messing en is versierd met ingegraveerde patronen van planten, mensen en dieren. De helm is niet compleet; de pluimhouder bovenop en de wangkleppen aan de zijkanten ontbreken. Aan de binnenkant is een slecht leesbare tekst ingekrast; waarschijnlijk staan hier de naam en legereenheid van de Romeinse eigenaar. De originele helm is te zien in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. Op initiatief van de Historische Kring Bodegraven is in 2009 in het centrum van de stad een replica van de helm op een sokkel geplaatst. Het kunstwerk is ontworpen door Alfons van Leeuwen en uitgevoerd door Leon Veerman. Informatie over het Rijksmuseum van Oudheden vind je hier. Meer informatie over Romeins Bodegraven lees je hier. |
Collectiefoto © Rijksmuseum van Oudheden (RMO)
|