De Steentijd is onderverdeeld in drie sub-perioden: Oude, Midden en Nieuwe Steentijd. De Oude Steentijd, het Paleolithicum, duurde tot 8800 v.Chr. In deze tijd heerste er in Nederland een toendra-klimaat en lagen grote delen bedekt met landijs. Deze tijd staat bekend om de rendierjagers. Hierop volgt de Midden Steentijd, het Mesolithicum, dat van 8800 tot 4900 v.Chr. duurde en begon na het aflopen van de laatste ijstijd (Weichselien). De Nieuwe Steentijd, het Neolithicum, duurde van 5300 tot 2000 v.Chr. Hierin ontwikkelde de mens zich van jager-verzamelaar tot de eerste boeren. In de hele Steentijd werd vooral gebruik gemaakt van vuurstenen werktuigen.
Rendierjagershut (Hunebedcentrum Borger) (tot 8800 v.CHR.)
In het Oertijdpark naast het Hunebedcentrum te Borger is de reconstructie van een rendierjagershut uit het Paleolithicum te vinden.
Tijdens het Paleolithicum leefden de mensen een nomadisch bestaan. Ze leefden vooral van de kuddes rendieren, waarmee ze meetrokken door het landschap. Er werd niet alleen op rendieren gejaagd om te kunnen eten. Het gewei werd bijvoorbeeld gebruikt als gereedschap en de vacht om kleding van te maken en hutten te bedekken. Zulke rendierjagershutten waren simpel en snel in elkaar te zetten, zodat het voor de mensen makkelijk was om snel al hun spullen bij elkaar te pakken en verder te trekken. De reconstructie is gebaseerd op de plattegrond van een rendierjagershut gevonden te Sweikhuizen (Limburg). De diameter van de hutcirkel is 3 tot 4 meter. Informatie over het Hunebedcentrum Borger vind je hier. |
Digitale reconstructie © Ulco Glimmerveen / Limburgs Museum
|
Jager-Verzamelaar (Reusel) (tot 8800 v.CHR.)
In Natuurgebied Beleven bij Reusel is een beeld van een jager-verzamelaar geplaatst, dat verwijst naar het einde van de laatste ijstijd.
In 2008 en 2009 vond hier natuurontwikkeling plaats om het Natuurgebied Beleven aan te leggen. Dit werd archeologisch begeleid door opgravingsbedrijf RAAP. Tijdens de graafwerkzaamheden werden geen prehistorische vondsten gedaan, maar eerder zijn in deze omgeving resten gevonden van een jager-verzamelaarskamp uit het Laat-Paleolithicum. Het beeld van de jager-verzamelaar, dat wordt aangegeven als een archeologische landschapsmarker, werd op 23 februari 2013 geplaatst en is tot stand gekomen op initiatief van RAAP, Brabants Landschap, Werkgroep Erfgoed Landschap Kempen en de Landschapsambassadeurs van de Kempen. De jager-verzamelaar richt zijn boog op de aanvliegende ganzen; het is geïnspireerd op een prehistorische grotschildering uit Valltorta, Spanje. Informatie over de marker door RAAP vind je hier. Een route door het natuurgebied download je hier. |
Foto grotschildering © Turespaña
|
Jager-Verzamelaarshut (Hunebedcentrum Borger) (8800-4900 v.CHR.)
In het Oertijdpark naast het Hunebedcentrum te Borger is de reconstructie van een jager-verzamelaarshut uit het Mesolithicum te vinden.
In het Mesolithicum, aan het einde van de laatste ijstijd, werd het warmer en begonnen er meer bossen te groeien. Hierdoor kwam er steeds meer keuze aan prooidieren. Mensen trokken nog steeds rond, maar konden door de grotere keuze aan eten langer op één plek blijven. Maar behalve jagen begonnen de Mesolithische mensen ook steeds meer voedsel te verzamelen. Zo plukten ze bijvoorbeeld bessen en raapten ze noten. Deze hutten werden waarschijnlijk gemaakt van buigzame takken met een bedekking van huiden of, zoals bij de reconstructie het geval is, rietmatten. De zijkanten van de hutten zijn zwaarder gemaakt met stenen. In Nederland is bij het Bergumermeer (Friesland) een nederzetting gevonden met ongeveer vijf van dit soort Mesolithische hutten. Informatie over het Hunebedcentrum Borger vind je hier. |
Trijntje (Hardinxveld-Giessendam) (ca. 5500 v.CHR.)
Tijdens de aanleg van de Betuweroute werd een bijzondere archeologische vondst gedaan; het skelet van een oudere vrouw uit het Mesolithicum. Zij was op dat moment het oudste skelet dat ooit was opgegraven in Nederland.
In 1997 werd, tijdens archeologisch onderzoek voorafgaand aan de aanleg van de Betuweroute, aan de Polderweg in Hardinxveld-Giessendam een skelet gevonden. Het bleek het skelet van een ca. 50-jarige vrouw van ongeveer 1,58 cm lang uit de Swifterbandcultuur. Nader onderzoek toonde aan dat ze tijdens haar leven meerdere kinderen heeft gekregen en dat ze voor haar dood in goede gezondheid verkeerde. Alleen haar tanden waren wat versleten, door het eten van ruw voedsel of door het bewerken van dierenhuiden. In Museum De Koperen Knop in Hardinxveld-Giessendam, op nog geen 2 kilometer afstand van de oorspronkelijke vindplaats, ligt nu een wassen reconstructie van Trijntje. Ze ligt erbij zoals ze begraven werd, zo'n 7500 jaar geleden. Het originele skelet van Trijntje is onderdeel van de Canon van Nederland en ligt in het Openluchtmuseum Nederland in Arnhem. Informatie over Museum De Koperen Knop vind je hier. Informatie over het Openluchtmuseum Nederland vind je hier. Trijntje in de Canon van Nederland vind je hier. |
Samengevoegde foto © Eigenaar (onbekend)
Het skelet van Trijntje ligt in het Openluchtmuseum (Arnhem) |
Steentijdboerderij (Hunebedcentrum Borger) (5300-2000 v.CHR.)
In het Oertijdpark naast het Hunebedcentrum te Borger is de reconstructie van een Steentijdboerderij uit het Neolithicum te vinden.
Tijdens het Neolithicum bleven de mensen steeds meer op één plek wonen en stopten uiteindelijk met hun nomadische bestaan. Ze begonnen met landbouw en veeteelt. Dit waren de eerste boeren. Deze reconstructie is gebaseerd op de huisplattegrond uit Flögeln (Duitsland), en is gemaakt van houten palen en lemen muren. Vee bestond uit koeien, schapen, geiten en varkens. Deze dieren waren vroeger veel kleiner dan hoe we ze nu kennen. Vooral de koeien waren erg klein; hun schofthoogte was ongeveer 1 meter. Naast de boerderij ligt een primitieve akker. Vroege gewassen bestonden uit emmertarwe, eenkoorn, gerst en vlas. Deze gewassen werden niet alleen verbouwd om te kunnen eten, maar ook om van vezels van de vlasplant linnen te kunnen maken. Deze akkers werden bewerkt met vuurstenen en houten werktuigen. Informatie over het Hunebedcentrum Borger vind je hier. |
Steentijdhuis (Horsterwold) (ca. 2500 v.CHR.)
Deze reconstructie is in naam van de wetenschap verwoest en is dus niet meer te bezoeken.
In het Horsterwold, nabij Zeewolde in Flevoland, werd door archeologen en studenten van de Universiteit Leiden een Steentijdkamp gebouwd.
In 2012 werd het Steentijdhuis gebouwd als onderdeel van experimentele archeologie; om te kijken hoe men vroeger een Steentijdhuis bouwde, is dit in de huidige tijd nagedaan om onderzoekers betere inzichten te kunnen geven. Het Steentijdhuis werd gebouwd onder begeleiding van Diederik Pomstra en Hans de Haas. Naast onderzoek door de Universiteit Leiden werd het door Staatsbosbeheer gebruikt voor natuureducatie. Uiteindelijk werd het Steentijdhuis in 2019 door de archeologen en studenten verwoest door het in brand te steken. De manier waarop het huis instortte en hoe het achterbleef kan archeologen in de toekomst mogelijk helpen bij het beantwoorden van vraagstukken. Deze reconstructie was gebaseerd op een huisplattegrond (type Vlaardingen) opgegraven in Zeeland. Foto's van de bouw van het Steentijdkamp vind je hier. Een filmpje van de verwoesting van het kamp vind je hier. |
Hunebed D49 'Papeloze Kerk' (Schoonoord) (4350-2800 v.CHR.)
Hunebed D49 te Schoonoord, beter bekend als de 'Papeloze Kerk', is een bijzondere vorm van een reconstructie.
Dit hunebed komt aan zijn bijzondere naam doordat het in de 16e eeuw als trefpunt van geheime protestantse bijeenkomsten werd gebruikt. Voormalig priester of 'paap' Menso Alting predikte hier het nieuwe protestantse geloof. In de 20e eeuw was dit hunebed er slecht aan toe. Archeoloog Van Giffen reconstrueerde de Papeloze Kerk. Hij gebruikte hiervoor stenen van hunebedden die al niet meer compleet waren, zoals van hunebed D33 bij Valthe. Vervolgens werd de helft van het grafmonument bedekt met een aarden dekheuvel, zoals een hunebed er vroeger ook uit zag. Voor de grafkamer kwam een traliehek te hangen. In 1959 was de reconstructie klaar. Tot ongeveer 1980 werd er toegangsgeld gevraagd voor een bezoek. Hunebed D49 ligt aan het begin van het Sleenerzand, waar een archeologische wandeling van ongeveer 2 kilometer (groene route) doorheen loopt. De route komt ook langs ruim 45 grafheuvels en enkele celtic fields. Startpunt van deze en andere wandelingen door het Sleenerzand vind je hier. |
Replica Grafheuvel (Amerongen) (ca. 2200 v.CHR.)
Op de Utrechtse Heuvelrug liggen tientallen prehistorische grafheuvels. In het Amerongse Bos, op de 69 meter hoge Amerongse Berg, is zo'n grafheuvel nagebouwd.
De grafheuvel richt zich op begravingen en bijzettingen in de Steentijd en Bronstijd. In de Nieuwe Steentijd (Neolithicum) werd door mensen van de Klokbekercultuur een graf gegraven. De dode werd hier liggend in begraven, met de knieën opgetrokken en met het gezicht naar het westen. Deze kreeg in een Veluwse klokbeker (ook aanwezig op de replica) eten en drinken mee voor de lange reis naar het hiernamaals. Vervolgens werd het graf bedekt met een lage heuvel. Zie voor de informatie over de Bronstijd de betreffende pagina. De grafheuvel ligt tegenover horecagelegenheid Mas Montagne aan de Veenseweg te Amerongen. Het is niet bekend of hier parkeergelegenheid is. De grafheuvel is in ieder geval lopend te bereiken vanaf Parkeerplaats voor Groene entree Amerongen. Meer grafheuvels op de Utrechste Heuvelrug vind je hier. |
Replica Grafheuvel (Elspeetse Heide, Vierhouten) (ca. 2000 v.CHR.)
Op de Elspeetse Heide, gelegen op de Veluwe, staat een replica van een prehistorische grafheuvel. De grafheuvel is in deels opgegraven stijl nagebouwd.
De grafheuvel stelt er een voor die van de Steentijd tot in de IJzertijd werd gebruikt. In de Nieuwe Steentijd (Neolithicum) werd door mensen van de Klokbekercultuur een graf gegraven. Op de bodem van de replica kun je het lijksilhouet van de dode zien, die hier werd begraven. Deze kreeg in een Veluwse klokbeker (ook aanwezig op de replica) voedsel mee voor de lange reis. Vervolgens werd om het graf een greppeltje gegraven en werd met deze grond over de dode een heuvel aangelegd. Zie voor de informatie over de Bronstijd en de IJzertijd de betreffende pagina's. De archeologische methode waarmee grafheuvels worden opgegraven, heet de kwadrantenmethode. Hierbij worden punten uit de heuvel gegraven, waardoor het profiel (zijaanzicht) zichtbaar wordt gemaakt. Deze methode is ontwikkeld door de Nederlandse archeoloog A.E. van Giffen. De grafheuvel is te bereiken via de Parkeerplaats Veluwe Vierhouten aan de Elspeterbosweg (Vierhouten). Loop de heide op in noordwestelijke richting, en sla rechtsaf (in noordelijke richting) na de bosrand. Blijf deze weg volgen en je komt vanzelf uit bij de replica grafheuvel. |